Om überhaupt iets op het wereldwijde web op te kunnen zoeken, moesten we met veel lawaai een modem aanslingeren. De eerste internet providers deden van zich spreken en iemand met een laptop was nog een unicum. Wie mobiel belde in het openbaar, kreeg hoongelach over zich heen, of een scheldkanonnade van Youp van ’t Hek op Oudejaarsavond. Meer dan nu vond het leven offline plaats in de jaren ’90. Hoe zag dat eruit?
Muziekbeleving in een vrijwel internetloos tijdperk
Allereerst de muziek, want die was overzichtelijker bij (veelal) gebrek aan internet. Fans haalden hun favorieten uit de bladen, luisterden nieuwe muziek in de platenzaak waar de cd nog de meest gangbare geluidsdrager was en gingen op zaterdagochtenden bij postkantoren op de stoep liggen om als eerste aan concertkaartjes te komen. De dominerende genres in de jaren ’90 waren eurodance met als zijtak de welbekende gabbermuziek. Je had echte jongensgroepen (Take That, Backstreet Boys) versus meidengroepen (Spice Girls, All Saints). Hiphop en R&B kwamen op. En opvallend veel gitaarmuziek, vooral het weerbarstige geluid uit Seattle sloeg in als een bom. Nirvana en Pearl Jam waren de vaandeldragers. De kleding die zij droegen, zien we nu nog veel opduiken.
Mode in de ’90s: hokjesdenken
Die laatste sound werd door de buitenwacht grunge genoemd, hetgeen zoveel betekende als sjofel, slordig. De muziek klonk zoals de bandleden eruitzagen, dit had navolging bij jongeren. Flanellen blouses, op natuurlijke wijze gescheurde jeans, lange haren, Dr. Martens boots, het kon er allemaal niet bont genoeg uitzien. Tot afgrijzen van andere groepen, want er werd toen muziek- en modetechnisch meer in hokjes gedacht dan nu. Het stak schril af tegen bijvoorbeeld de kleding van jongens uit rijke milieus, die zich veelal in Levi’s 501 en op Palladiums naar een hockeyfeest begaven, in plaats van naar obscure concerten. Hiphopliefhebbers, doorgaans dikke vrienden met de grungy gasten, lieten motieven in hun hoofd scheren en hadden oversized broeken aan, gemodelleerd naar gangastarappers wier gevangeniskleding afzakte. Het was een wereld van verschil met de mannenmode van de jaren ’80.
Interieurs: kringloop-allegaartje of juist zwart-wit en steriel
De interieurs varieerden van steriel, strak en zwart-wit (Jan des Bouvrie was een invloedrijk ontwerper) tot een allegaartje van stijlen. Waar in de ene huiskamer de accessoires tot een minimum beperkt werden, toverden anderen hun woning om tot een soort kringloopwinkel in alle kleuren van de regenboog. In geen woning ontbrak een cd-rek. Lavalampen waren letterlijk en figuurlijk hot. Aan de eettafel stonden niet zelden allerlei verschillende eetstoelen, net als nu in vintage eettentjes. Je vindt dit soort spullen nog steeds terug in diezelfde kringloopwinkels, die nu populairder dan ooit zijn onder interieurgoeroes.
Ontdek meer inspirerende mannelijke interieurs op het tofste lifestyle blog mensgoodlife.